donderdag 5 mei 2011 / nrc.next en NRC Handelsblad /

Krant / Sport

Bij Sumo gaat het dus niet om kilo's

,,Jongens, jullie zijn niet een trui voor oma aan het breien", schreeuwt bondscoach Stephen Gadd tegen de jongens op de groene mat. De sumoworstelaars grijpen elkaar naar de keel, duwen de tegenstander tegen de borst en produceren harde kreten. Ze trainen in de kleine gymzaal in Rotterdam voor de Europese kampioenschappen die morgen beginnen in het Bulgaarse Varna.

 

In Nederland zijn slechts zo'n 25 sumoworstelaars actief, maar de meesten behoren wel tot de wereldtop. Sinds Gadd vijftien jaar geleden de Nederlandse sumobond oprichtte, heeft Nederland meer dan vijftig medailles gewonnen op WK's en EK's. De coach kijkt trots naar zijn jongens: ,,Ik heb een heel goede band met ze. Als ik zou zeggen 'stoot tien keer met je kop tegen de muur', dan zouden ze dat doen omdat ze weten dat ik het beste met ze voor heb."

 

Een van de grootste kanshebbers op de komende EK is Olle Overbosch (26). In 2009 werd hij Europees kampioen en op de WK in 2010 won hij brons. Overbosch studeert bouwkunde in Delft. Met zijn slanke, gespierde lichaam en korte blonde haar is hij niet het stereotype sumoworstelaar met moddervette buik, dubbele onderkin en een knotje in het haar. Zijn studie is soms lastig te combineren met topsport: ,,Laatst hadden we een sumokamp in Japan waar je vanaf zeven uur 's ochtends alleen met sumoworstelen bezig bent. Terug op de universiteit moest ik een wolkenkrabber ontwerpen." Hij had twee dagen nodig om die switch te maken.

 

Ook de andere aanwezige sumoworstelaars volgen een universitaire opleiding. Gadd legt uit dat intelligentie een belangrijke eigenschap is voor een sumoworstelaar: ,,Sumo is een levend schaakspel. Je moet goed nadenken en snel informatie kunnen verwerken." Toby Hijzen bevestigt dat. ,,Een gemiddelde wedstrijd duurt zeven seconden, je moet van tevoren een doordacht plan hebben." De 22-jarige sumoworstelaar studeert kunstmatige intelligentie in Amsterdam, maar woont in Rotterdam omdat hij daar 34 uur per week traint. Eén dag in de week is hij vrij, die brengt hij door met zijn vriendin. ,,Zij kijkt soms een beetje raar op als ik gehavend thuiskom, maar pijn doet het niet meer."

 

Hijzen deed eerst aan judo, maar vond dat te veel ,,gehuppel". ,,Ik hou wel van een partijtje beuken" , zegt Hijzen, die 85 kilo weegt, lachend. Volgens hem is het een mythe dat het bij sumo om gewicht gaat. ,,Ik heb weleens gewonnen van iemand die 200 kilo woog. De beste sumoworstelaar is niet de sterkste. De basis is een goede houding." Bij kampioenschappen zijn verschillende gewichtsklassen. Zo doen Hijzen en Overbosch mee in de categorie tot 85 kilogram en de geneeskundestudent Pieter Vroom (19) in de categorie -100 kg.

Bij sumo is het zaak de tegenstander tegen de grond of van de mat te krijgen. Alles mag, behalve je vuisten gebruiken of aan haren trekken.

 

Bij de training wordt niet langer dan dertig minuten echt geworsteld. Anders is het te zwaar. De jongens dragen alleen een mawashi: een witte linnen gordel om de heupen en tussen de billen. Oorspronkelijk was die outfit om te laten zien dat de worstelaar ongewapend is en alleen zijn lichaam gebruikt, maar het dient ook als houvast in het gevecht. ,,Als je net begint met sumo mag je nog even een korte broek eronder houden om te wennen, maar na twee maanden moet die echt uit", vertelt Gadd.

 

De coach wil het imago van het sumoworstelen veranderen. Mensen moeten weten dat het een sport is voor atletische sporters. De Japanse behoudzucht van het traditionele sumoworstelen irriteert hem. ,,Japanners kijken argwanend naar het Westen omdat ze bang zijn dat hun nationale trots verloedert, maar ondertussen zijn dáár allerlei omkoopschandalen." Hij doelt op de berichten van het afgelopen jaar over Japanse sumokampioenen die via sms'jes afspraken maakten over de uitkomst van een wedstrijd.

 

De Nederlandse sumoworstelaars hebben buiten de mat ook weinig met de oude Japanse rituelen. Ze beginnen en eindigen trainingen en wedstrijden met de ceremoniële Japanse begroeting: ze wrijven in hun handen bij wijze van reiniging, klappen de handen tegen elkaar om de aandacht te vragen van de sumogod en openen ze om te laten zien dat zij ongewapend zijn. Maar verder leven de topsporters niet volgens de Japanse gewoonten. Dat Japanse sumoworstelaars bijvoorbeeld samen in een huis leven en geen vriendin mogen hebben vindt Olle Overbosch achterhaald. ,,Volgens mij ga je daar niet beter van sumoworstelen."

 

Zelf gaat Overbosch graag stappen, maar als hij op de mat staat is hij heel geconcentreerd. Zo geconcentreerd zelfs dat het even duurt voordat de uitslag van een wedstrijd tot hem doordringt. ,,Het is een heerlijk gevoel om te winnen maar de euforie voel ik meestal pas 's avonds." En dat is maar goed ook, want diegene die direct na de wedstrijd te veel emoties toont wordt volgens Japans gebruik gediskwalificeerd.